Dag 23. Auvillar naar L’Isle-de-Noe

24 april 2018 - Montesquiou, Frankrijk

weerbericht: zonnig met bewolking

Vanmorgen was het al vroeg een gerommel van de wandelaars die wilde gaan genieten van een mooie dag. Als zij om 7:00 uur vertrekken en ik om 8:30 dan zal ik de meeste na een uur fietsen al hebben ingehaald. Het is wel zo dat de lopers in een rechtere lijn naar hun doel lopen dan ik kan fietsen. Gemiddeld komt het er op neer dat elke 10km die ik fiets, de wandelaars er gemiddeld 7km van hoeven te lopen. Dat verklaard ook waarom de lopers minder kilometers maken naar SdC dan de fietsers.

Dus om 8:00 uur voor mij ontbijt in de catacomben van het eeuwenoude huis. Alleen aan de riddertafel, kijkend naar de fundering uit de Romeinse tijd waarop het huis bijna 1500 jaar later is gebouwd. Zo rook het ook een beetje. De gastvrouw had voor de “flying dutchman” een vers eitje gekookt, van de gastheer kreeg ik appelsap uit Olland?, en beide waren het niet over eens wat mijn verblijf moest kosten. Ik lag op zolder met een kamergenoot die zij het volle pond voor twee hadden laten betalen. Als zuinige Ollander op de fiets hoefde ik maar de helft te betalen. Een goed begin van de dag!

In de lokale Spar extra drinken gekocht voor onderweg want het zou warm worden vandaag. Daarna kon de beklimming beginnen om het dorp uit te komen, 1,5km van gemiddeld 7% deed het eitje weer omhoog komen. Na ruim een half uur kwam ik als eerste mijn kamergenoot tegen die ik een uitbundig “bon voyage” toewenste. En zo kwamen ze het komend kwartier allemaal voorbij.

In Flamarans mijn eerste kopje koffie genoten bij de lokale herberg voor pelgrims annex tapasbar. Het was een beetje alternatief maar wel een vrolijk noot in een dorpje van 7 huizen, kerk en vervallen kasteel.

Het fietsen gaat verder over de heuvels langs akkers en bossen richting Lectour. In de tijd van de Romeinen was deze plek al belangrijk en in de middeleeuwen hadden hier de Bischop en een edelman hier ieder hun eigen paleis. Na Lectour volgt er een afdaling waar ik een stukje video van heb gemaakt.

Tot aan l’isle-de-Noe gaat het via de heuvels langzaam omhoog wat goed te fietsen is. De streek is ook bekend van zijn molens, vaak zonder wieken, en soms verbouwd tot vakantiehuis. Mijn doel is om in Biran te stoppen en daar te overnachten, maar het seizoen begint ook hier pas in mei, dus alles dicht. Biran is wel en heel mooi klein plaatsje met 1 ingang vanaf de weg door een stadspoort. Het heeft ook een mooi kerkje wat van binnen bijzonder is, maar helaas is de deur potdicht. 

Op zoek naar een slaapplek in het volgende plaatsje, 16km verderop. Daar mijn slaapplaats gevonden bij een Engelse dame die aan pelgrims onderdak geeft. Lopend door. l’isle-de-Noe zie je een paar karakteristieke bruggen, een oude watermolen waar een nieuw gemaal heel het dorp van stroom voorziet en een vervallen kasteeltje van Lodewijk XIV. Jammer van het drukke kruispunt met veel vrachtverkeer 

Foto’s

2 Reacties

  1. Ron:
    25 april 2018
    Mooi verhaal weer Jaap. Volgens mij komen de Pyreneen nu echt in zicht. Nog 2 dagen fietsen, denk ik. Hoe is het met de sneeuw op de overgangen? Kun je er al over?
    Ben benieuwd, je gaat echt als een speer. Geweldig hoor!
  2. Heleen:
    26 april 2018
    Hi Jaap, wat ben jij een doorzetter, pet af hoor, bergje op en bergje af, zonder 1 dag pauze.
    Ik kijk ook elke dag uit naar weer een nieuw en zeer amusant geschreven verhaal van jou.
    Succes!! xxx